kantonrechtersformule

Voordat in 2015 de transitievergoeding is ingevoerd werd er voor de berekening van de vergoeding bij ontslag gebruik gemaakt van de zogenaamde kantonrechtersformule. De kantonrechtersformule stond ook wel bekend als de ABC-formule. (A x B x C = V) De kantonrechter berekende de ontslagvergoeding aan de hand van drie componenten:

A: Het aantal dienstjaren:

Het gaat om hele dienstjaren waarbij een half jaar dienst + 1 dag wordt afgerond naar een volledig dienstjaar. Aan het aantal dienstjaren binnen een bepaalde leeftijdscategorie wordt een factor gekoppeld:

Elk dienstjaar gewerkt tot de leeftijd van 35 jaar = 0,5

Elk dienstjaar gewerkt van de leeftijd van 35 tot de leeftijd van 45 jaar = 1

Elk dienstjaar gewerkt van de leeftijd van 45 tot de leeftijd van 55 jaar = 1,5

Elk dienstjaar vanaf de leeftijd van 55 jaar = 2

B: De (bruto) beloning:

De beloning omvatte het bruto maandsalaris, de vakantietoeslag, een eventuele dertiende maand en overige structurele beloningen. (bv. jaarlijkse bonus)

C: Correctiefactor

De correctiefactor kon door de kantonrechter gebruikt worden om de ontslagvergoeding aan te passen aan de omstandigheden van de zaak. Als er geen bijzondere omstandigheden waren, dan gebruikte de kantonrechter de factor 1. De kantonrechter kon de correctiefactor ook verhogen of verlagen indien hij daar aanleiding toe zag. Mocht een werknemer bijvoorbeeld zeer verwijtbaar hebben gehandeld, dan kon de kantonrechter de correctiefactor zelfs verlagen tot 0. Als een werkgever een verwijt kon worden gemaakt dan kon de kantonrechter de correctiefactor juist verhogen.

De uitkomst van bovengenoemde componenten resulteerde in de ontslagvergoeding.

Vb. Jan is 6 jaar in dienst geweest bij bedrijf X tegen een salaris van €4.000. Jan was op het moment van indiensttreding 46 jaar oud. Jan had gedurende zijn dienstverband geen recht op een dertiende maand, maar wel op vakantietoeslag van 8%. Jan is ontslagen omdat zijn arbeidsplaats kwam te vervallen. Er zijn geen bijzondere omstandigheden waardoor er sprake van verwijtbaarheid bij een van de partijen was. De hoogte van de ontslagvergoeding werd als volgt berekend:

(A x B x C = V)

A:

Jan is 6 volledige jaren in dienst geweest. Op het was Jan 46 jaar oud en viel hij in de volgende categorie:

Elk dienstjaar gewerkt van de leeftijd van 45 tot de leeftijd van 55 jaar = 1,5

A = 6 x 1,5 = 9

B: Jan ontving een bruto maandsalaris van €4.000 en een vakantietoeslag van 8%.

B = €4.000 x 1.08 = €4.320

C:

Er zijn geen bijzondere omstandigheden waardoor de correctiefactor 1 zal bedragen.

C = 1

De ontslagvergoeding voor Jan bedraagt 9 x €4.320 x 1 = €38.880