Werknemer steelt tijd van de baas en vliegt eruit

In een zaak die aan de rechtbank in Haarlem werd voorgelegd speelde het volgende. Van werknemers van Fluor B.V. wordt verwacht om 50% van de werktijd thuis te werken, en 50% op kantoor. De tijd die op kantoor werd gewerkt moesten de werknemers steeds ook opnieuw 'inklokken' en bij vertrek weer 'uitklokken'.

Daarnaast was sprake van een nooddeur, die enkel in noodsituaties gebruikt mocht worden. In april 2022 heeft Fluor geconstateerd dat hoewel geen sprake was van een noodsituatie, de nooddeur toch verschillende keren geopend was geweest. Er werd een onderzoek ingesteld.

Uit het onderzoek bleek vervolgens dat de werknemer in kwestie (zo bleek uit camerabeelden en digitale gegevens) steeds naar kantoor kwam, inklokte, inlogde op zijn laptop, en vervolgens de nooddeur gebruikte om het pand te verlaten, in de auto stapte in de parkeergarage en wegreed. Hij bleef als ingelogd in het systeem.

De werknemer verklaarde zich door in te klokken aanwezig op kantoor. Dit bleek ook uit de tijdsregistraties van de betreffende werknemer. Hiermee geconfronteerd verklaarde werknemer dat dit slechts éénmaal was gebeurd om een sigaret te roken. Echter, deze verklaring was niet in overeenstemming met de vergaarde data door de werkgever, namelijk de camerabeelden en de digitale gegevens.

De werkgever diende naar aanleiding hiervan een ontbindingsverzoek in op basis van verwijtbaar handelen (de zogenaamde “e-grond”). Aan het ontbindingsverzoek werd ook te grondslag gelegd dat sprake is van een verstoorde arbeidsverhoudingen (de g-grond).

De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst op basis van ernstig verwijtbaar handelen door de werknemer. Op een groot deel van de betreffende dagen is de werknemer niet aan het werk geweest, terwijl hij wel salaris heeft ontvangen. Urenstaten zijn door de werknemer niet juist ingevuld.

De werknemer heeft in feite derhalve tijd gestolen van de werkgever. Dit is volgens de kantonrechter dermate verwijtbaar, dat geen enkele ontslagvergoeding (geen transitievergoeding en geen billijke vergoeding) verschuldigd is aan de werknemer. Fluor mocht de werknemer derhalve zonder vergoeding ontslaan.

De uitspraak leert dat werknemers die zich schuldig maken aan "dagdieverij", namelijk het doen alsof ze aan het werk zijn terwijl dat niet het geval is, in sommige gevallen zonder vergoeding kunnen worden ontslagen. De werkgever doet er goed aan om het bewijs hiervoor te onderbouwen met bijvoorbeeld een urenstaat en camerabeelden.

Rechtbank Noord-Holland 15 juli 2021, ECLI:NL:RBNHO:2022:6301

https://uitspraken.rechtspraak...